Een goede schaatsinstructeur

Een goede schaatsinstructeur geeft kijkt en ziet de groep, én laat dit merken! Ongeacht leeftijd of niveau van de groep, een goede instructeur geeft alle cursisten aandacht. Dit kun je doen door namen te kennen én gebruiken, door te kletsen, vragen te stellen, voor te laten schaatsen, beurten uit te delen… enzovoort

Allereerst blijft een goede instructeur altijd leren en door ontwikkelen. Elke Duosport instructeur is in een proces om een nog betere schaatsinstructeur te worden. Beter word je door ervaring op te doen, te oefenen, te experimenteren, foutjes te maken en daarvan te leren, en door kennis op te doen in de opleiding.
Je begint als instructeur niet altijd op dezelfde manier. Voor de een is dat een aantal scholingen en meelopen met een ervaren instructeur. Voor de ander is dat onder begeleiding beginnen met schaatsles geven aan een groep die past bij waar je sterk in bent. Vanaf dit beginpunt ga je sterker worden in waar je al goed in bent en zal je leren onder de knie te krijgen waar je nog onzeker of minder bedreven in bent. Zo vergroot je je kennis en ervaring en daarmee je arsenaal aan vaardigheden waarmee je mensen beter kunt laten schaatsen.

Een instructeur kan, dankzij een beter overzicht en de mogelijkheid om een andere invalshoek te kiezen, oplossingen aanbieden die de cursist in praktijk kan brengen. Op deze manier houd je ook plezier in het leerproces. 

Iemand de schaatsbeweging aanleren is niet alleen een vorm van kunst; je bent een verhalen verteller en als gevolg leren je cursisten (nog lekkerder) schaatsen; je bent ook nog een visitekaartje van Duosport!

heeft kennis van de groep

kan omgaan met verschillen

kijkt en ziet de groep

geeft feedback (feedforward)

is didactisch vaardig

staat open voor de groep

heeft oog voor veiligheid