Fysieke aspecten
In een schaatsles zullen van de vijf aspecten voornamelijk stabiliteit, behendigheid en power getraind worden.
Stabiliteit
- Kort-kort-lang.
- Pendel gewicht van links naar rechts: Ga staan met beide schaatsen iets wijder dan heupbreedte en met je knieën goed gebogen. Laat beide voeten ietsje naar buiten wijzen en pendel nu met je gewicht van links naar rechts waarbij steeds maar één schaats het ijs raakt. Probeer beide knieën goed gebogen te houden. Als het goed is glijd je nu naar voren. Dit is de basisbeweging, dus ook de basis afzet van het schaatsen.
- Voet aantikken: Tik met de binnenkant van je tenen van de voet die in de lucht hangt, de binnenkant van de hiel van je glijschaats aan. Zet daarna direct met het standbeen af.
Behendigheid
- Het ijs staat onder stroom! Je mag maar met 1 schaats tegelijk op het ijs staan. Je moet bijna springend van het ene naar het andere been.
- Videospel (normaal, versneld, vertraagd, pauze, terugspoelen).
De jongste kinderen lijken het schaatsen op een ritme vaak toch nog wat lastig te vinden, in mijn ervaring. Ook het videospel werkt beter met wat oudere kinderen. Een variatie die ik vaak doe is het stoplicht spel. Neem een groen, geel en rood hoedje mee. Groen is schaatsen, rood is stoppen, een voor geel kan je zelf een opdracht verzinnen (achteruit, langzaam, gaan zitten, etc.) - Slalommen tussen pylonen door.
- maak je slagen kort-kort-lààng; en probeer ook eens: lààng-lààng-kort
- In de slag van je voorganger; in tweetallen of treintje rijden (Vaak is dit lastig en onprettig om je timing anders wordt: je moet dezelfde bewegingen om andere momenten doen. Hierdoor leer je onbewust op een andere manier je balans te bewaren en de beweging te controleren)
- Rijden met armzwaai, 1 of 2 armen.
- Versnellen (steigerung)
Laat je cursisten met een rustig ritme beginnen aan het begin van het rechte eind en het ritme 50 meter later op eens te laten versnellen. Stimuleer dit met verbale aanmoedigingen. - Staande ‘start’ (Laat je cursisten wegschaatsen als uit een start, zonder de explosiviteit van die start. Vaak schaatsen ze dan in een natuurlijk, goed ritme weg)
- Veel en op verschillende manieren remmen. Remmen vereist balans en gevoel voor het ijs.
- Startjes of spellen met startjes daarin verwerkt: lijnenspel, estafette
- Rem en rijdt hard weg
Rem halverwege het rechte einde (knieën gebogen houden) tot bijna stilstand en schaats daarna zo hard mogelijk weer weg tot de bocht, daarna rustig door schaatsen - Achteruit schaatsen.
- Steeds weer op de schaatsen gaan staan na zitten, liggen op het ijs. Heerlijk speels naar het ijs toe en weer opstaan, steeds weer opstaan, steeds weer de balans zoeken op de schaatsen. Natuurlijk zelf lekker meedoen.
- Allerlei gekke bewegingen en houdingen. Probeer maar eens zo gek of slordig mogelijk te schaatsen
- Schaatsen naar elkaar toe: Na 10 slagen schaatsen glij je uit met gebogen knieën en probeer je je schaatsen tegen elkaar aan te laten komen. Weer 10 slagen schaatsen en weer proberen.
Power
Je schaatssnelheid zul je toch vooral moeten trainen op het ijs. Dit betekent dat je in je trainingen ook tijd moet inruimen voor snelheids werk. Dat is moeilijk op zeer drukke tijdstippen en vergt enig planwerk. Om nog een stap extra te kunnen zetten is een training gericht op kracht en dan speciaal gericht op romp stabiliteit en kracht coördinatie aan te raden
- Extra door je knieën: Wanneer je met de druk achterop je schaats tijdens het insturen van de vorige oefeningen iets extra door je knieën zakt zul je merken dat de schaats nog meer druk naar binnen gaat geven. Hier kan je nog krachtiger tegen afzetten.
- Diep diep diep zitten
- Met je knie van je bijhaalbeel de enkel van je standbeen aantikken
- Jojo’en: je schaatst in tweetallen met een paar meter tussen elkaar in. De voorste stopt met de schaatsbeweging, maar blijft wel (diep) in de schaatshouding zitten, de achterste zet aan en haalt de voorste in. Als je de voorste hebt ingehaald stop je met de schaatsbeweging, maar blijf je (diep) in de schaatshouding zitten. Zo kan je een tijdje door blijven jojo’en.
- Versnellen (steigerung)
- Pyramide (oplopend of aflopend)
- Schaats zo dat je kleiner bent dan de boarding
Uithoudingsvermogen
Om uithoudingsvermogen te trainen kom je al snel uit op de usual suspects: Hardlopen en fietsen. Eén keer per week minimaal een half uurtje lopen of binnen fietsen of een uur buitenfietsen(trainen) geeft al verbetering
- Een uur schaatsles is eigenlijk op zich zelf al een training voor je uithoudingsvermogen. Cursisten hebben verder zelf ook aardig in handen in hoeverre ze dit onderdeel van de les willen uitdagen.
- Pyramide (oplopend of aflopend)