-3- gewichtsverplaatsing en afzet

Schaatsen is een uniek bewegingspatroon omdat je zijwaarts moet afzetten om vooruit te gaan (haaks op je ijzer). De positie van de schaats is heel bepalend. Achtergrondinfo kun je lezen in de uitgangspunten.

Nu een iets andere benadering: Onze grootste beweeglijkheid zit in onze wervelkolom, 34 wervels met heel veel gewricht vlakjes. Het koppelt je schouders aan je heupen en laat ze nog eens samenwerken ook.

In een cyclische beweging die geïnitieerd wordt door je centrum kun je vanuit je schouders en vanuit je heupen de richting initiëren en op die manier de schaats optimaal positioneren.

Bewegen gaat over het samenspel van buigen en strekken / flexie en extensie. Neuraal gezien heb je in je wervelkolom t.a.v. dit samenspel 2 zogenaamde kruispunten -1- Thoracaal 6, dat is zeg maar je wervel ten hoogte van je borstbeen en -2- Sacraal 1-2, dat is zeg maar je wervel net boven je bilnaad.

We noemen dit 2 mobiele punten van waaruit je je beweging richting kunt geven. Uiteindelijk is het zo dat ieder persoon 1 mobiel punt heeft TH6 of S1-2 Dat andere punt moet dan stabiel zijn. Deze les gaan we daarmee stoeien en we gaan uitvinden wat voor jou werkt. Zodat je vanuit je eigen “zelforganisatie”, vanuit je eigen lichaamsbeweging de positie van de schaats positief kunt beïnvloeden. Heel veel succes.