Vallen is een vaardigheid die je kunt leren

19 december 2024 Door: Puk Koole

Laten we eerlijk zijn: vallen hoort bij het leven. Zoals een Chinese uitspraak zegt: “Zwaartekracht faalt nooit en de aarde mist nooit.” Met andere woorden, vallen is onvermijdelijk. Het is een natuurlijke consequentie van bewegen. Dat maakt vallen niet alleen belangrijk om te begrijpen, maar ook om te oefenen.

Onze evolutie naar het lopen op twee benen heeft ons uniek en wendbaar gemaakt, maar ook kwetsbaar. Het brein – dat ons evenwicht bewaakt – doet er alles aan om ons overeind te houden, bijna altijd onbewust en vaak zonder dat we het doorhebben. Dat komt omdat vallen door ons brein als een bedreiging wordt gezien. Maar wat als we vallen niet zien als falen, maar als een vaardigheid? Een vaardigheid die je net als schaatsen kunt oefenen en verbeteren.


Valangst is de moeder is van alle angsten
Valangst is niet zomaar een angst; het is diep verankerd in ons zenuwstelsel. Vallen wordt door ons brein direct gekoppeld aan overleven: het brengt gevaar met zich mee – fysiek én mentaal. Denk aan pijn, kwetsbaarheid of verlies van controle. Daarom activeert het brein een beschermingsmechanisme. Angst, in dit geval valangst, is simpelweg een output van ons brein, een overlevingsreactie.

Ons primitieve brein reageert voortdurend op wat het als veilig of onveilig beschouwt. Als de input die het brein ontvangt – bijvoorbeeld via je ogen, evenwichtsorgaan of spieren – niet duidelijk of betrouwbaar is, kiest het brein altijd voor veiligheid. Het signaal wordt dan: “Stop! Beweeg minder of anders, zodat je niet valt.” Dit is waarom valangst zo vaak optreedt bij nieuwe of uitdagende situaties en zeker als je op die dunne ijzertjes staat op dat gladde ijs.

Valangst beïnvloedt je motoriek. Als je bang bent om te vallen, trek je spieren onbewust aan, je krijgt een geheel andere spierspanning, beweegt verkrampt en je bent minder soepel. Dit zorgt niet alleen voor motorische beperkingen, maar maakt vallen juist waarschijnlijker. Het is een vicieuze cirkel.

De rol van het brein: input, output en balans
Om te begrijpen hoe je valangst kunt overwinnen, moeten we kijken naar hoe ons zenuwstelsel werkt. Elk moment ontvangt het brein enorme hoeveelheden informatie (input) van drie belangrijke zintuigsystemen:

Deze systemen werken samen om je balans te bewaren. Het moeten zeker ook tijdens het schaatsen geïntegreerde systemen zijn. Als de input uit een van deze systemen minder duidelijk is – bijvoorbeeld door vermoeidheid, stress of een blessure – raakt je brein in de war. Die wazige input kan het brein niet goed interpreteren, en de output (je bewegingen) wordt ook minder effectief. Valangst is een gevolg van dit gebrek aan vertrouwen in de input.

De neurale basis van leren: neuroplasticiteit
Het goede nieuws is dat je brein kan veranderen, dat het zich kan aanpassen. Dit noemen we neuroplasticiteit. Zo kun je je hele leven nieuwe vaardigheden aanleren, inclusief gecontroleerd vallen. Dit proces werkt als volgt:

Bij schaatsen betekent dit dat je oefeningen kunt ontwerpen die niet alleen motorische vaardigheid trainen, maar ook balans en probleemoplossing integreren. Dit soort “complexe” uitdagingen maken het brein sterker en zorgen ervoor dat je valangst langzaam plaatsmaakt voor zelfvertrouwen.

Vallen als vaardigheid én balansstrategieën trainen
Vallen oefenen betekent niet alleen dat je oefent hoe je veilig en gecontroleerd kunt vallen, je kunt ook leren hoe je vallen kunt voorkomen door onbalans effectief tegen te gaan. Het brein en het lichaam kunnen strategieën aanleren om evenwicht te bewaren, zelfs in uitdagende situaties. Enkele praktische strategieën:

Wat betekent dit voor jou als instructeur?
Als schaatsinstructeur heb je een unieke kans om cursisten motorisch een schaatsbeweging beter te leren begrijpen en te oefenen. Je kunt ze leren omgaan met onbalans of zelfs leren vallen, geef ze handvaten om veiliger en vrijer te bewegen.

Een belangrijke sleutel ligt in de veilige omgeving die jij creëert: een plek waar cursisten niet bang hoeven te zijn om fouten te maken en waar leren centraal staat. Dit vergt niet alleen technische kennis, maar ook begrip van de neurale processen achter angst, balans en leren.

Zoals we vaak zeggen: “Als je Pietje wilt leren schaatsen, moet je Pietje leren kennen.” En als je Pietje kunt leren vallen, kun je Pietje leren alles aan te kunnen – op én buiten het ijs.

Je kan reageren op dit bericht.

Reageer