Extra les 8 januari

Week 13

 

Beginnende groep week 13 inhaal les na de kerstvakantie

 

Week 13 Beginnende schaatsers thema: Draad oppakken na kerstvakantie
Tijd opdracht variatie oefenvorm
1 Schaats in het ritme 1,2,3. Afzet op 1, tegendruk van het ijs opzoeken op 2 en 3.
  • Probeer over te stappen in de bocht
3 a 4 ronden.
2 Probeer in de bocht zo veel mogelijk over te stappen
  • Tel hoe vaak je overstapt
  • Doe het in een gelijk ritme; een-twee-een-twee
  • Blijf klein, dan gaat het gemakkelijker
Oefen dit 2 ronden=4 bochten.

Even rusten/ evalueren en nog een keer.

3 Schaats aan een kant van de baan met je handen tegen je knieën(buitenkant). 

Andere kant van de baan net zo compact schaatsen met je armen waar je wilt.

  • Het mag ook dieper, handen naast de kuiten.
  • Het mag ook met je handen voor je navel. De knik in je lichaam zit ook ter hoogte van je navel
2 x 3 a 4 rondes.
4 Schaats steeds aan een kant van de baan met veel snelheid en probeer in de bocht over te stappen. 

In trainingen heet dit 200-200.

  • Probeer compact te blijven.
  • Probeer op een vaste plek van de baan te blijven.
Na een aantal rondjes gaat de bocht niet meer. Neem dan even rust.

 

Midden Gevorderden week 13 inhaal les na de kerstvakantie

 

Week 13 Gevorderden thema: Draad oppakken na kerstvakantie
Tijd opdracht variatie oefenvorm
1 Schaats in de bocht een net hogere frequentie dan normaal. Met minder kracht per slag. Houdt je bovenlichaam de bocht in(steeds stabiel links van je schaatsen)
  • Op het rechte eind relaxed doorschaatsen met een beduidend lagere frequentie dan in de bocht.
3 x 4 ronden. Rijd van bocht naar bocht.

Tussendoor 1 rust.

langzaam / rustig / stevig / hard

2 Begin elk rechte eind met 4 slagen waarbij je je vingers bij je enkels houdt. Knik in je navel en je knieën.
  • Blijf daarna compact doorschaatsen
  • In de bocht 1e 2 overstappen met linker onderarm op linker bovenarm.
3×4 ronden. 

Tussendoor 1 rust.

langzaam / rustig / stevig / hard

3 Schaats in het 1,2,3 ritme en stuur, door de tegendruk van het ijs te zoeken, goed in op tel 2 en 3(1 is afzet).
  • Doe dat afwisselend in een hoger en een lagere frequentie. Wat past het beste bij je?
3 x 4 rondes.

Rust steeds 1 ronde.

langzaam / rustig / stevig / hard

4 Schaats steeds aan een kant van de baan met veel snelheid en probeer in de bocht goed schuin te hangen en vaak over te stappen(lichaam in de bocht).

In trainingen heet dit 200-400.

  • Probeer compact te blijven.
  • Maak altijd nog 2 slagen op het rechte eind.
200 hard, 400 rust. Na een aantal rondjes gaat het coördinatief waarschijnlijk  niet lekker meer. Neem dan even een ronde extra rust.