Kennis fysiologie en belastbaarheid

Even een fysiologische overdenking. De Wereldgezondheidsorganisatie, het WHO, geeft de volgende aanbeveling, waarbij de onderdelen 2 en 3 onder de aanbeveling van 30 minuten bewegen per dag vallen.

  1. Elke dag 30 minuten recreatief bewegen (zonder trainingsdoel). Fietsen, wandelen, tuinieren enz.
  2. 2 à 3 maal per week het uithoudingsvermogen trainen. Minimaal 20 minuten bewegen met een verhoogde hartslag.
  3. 2 maal per week een training waarbij je spieren meer belast worden (weerstand-training/meer kracht vormen).

Voor de meeste mensen is schaatsen een activiteit die valt onder 1, 2 en 3. Het is (meestal) recreatief, conditioneel en een vorm van weerstand training (je voelt je beenspieren na een les/training met gevarieerde onderdelen).

Effectief trainen naast het ijs.

Goed willen schaatsen is één ding. Daar dan hard voor moeten trainen is weer iets heel anders. Helaas heeft het ene wel met het andere te maken. Eén keer schaatsen in de week  is helaas niet genoeg om steeds beter te worden op het ijs. Als je aardig kunt schaatsen, zul je om nog beter te worden meer moeten gaan trainen.

Van diverse schaatsers hoor ik echter dat daar geen tijd voor is. Natuurlijk zou je dan kunnen zeggen; “tijd is prioriteit” maar daar help je eigenlijk niemand mee. Misschien wel met wat suggesties die weinig tijd kosten en wel effectief zijn. Naar de ijsbaan gaan kost vaak veel tijd. En de stelregel;

uithoudingsvermogen

power

Flexibiliteit

Wat is dat eigenlijk een (goed) uithoudingsvermogen? of om te kunnen sporten/bewegen.

Als voorbeeld: Voor een fietser (rust 50 en maximaal op de fiets 180) gelden voor fietstrainingen de volgende waardes.

Trainen is goed, trainen moet maar………….. Moet je altijd hard trainen? In het hoofd van sporters zit vaak een riedeltje over trainen:

Herstel

Individueel

Richtlijn

Periodisering