Houding
Naar mate de schaatsers sneller gaan, wordt de romphouding belangrijker voor een aerodynamische zit. Naast de houding is ook de verhouding tussen enkelhoek, kniehoek en heuphoek belangrijk.
Bekijk het onderstaande filmpje over houding bij gevorderde schaatsers:
Het verschil tussen de échte toppers en de recreatieve goede schaatsers zit in nog kleinere hoeken. Kleinere hoeken vragen om meer kracht en hebben effect op de timing. Het is belangrijk om hier bij de oefenstof rekening mee te houden.
Wat wil je bereiken door te werken aan de houding?
Voorbeelden van oefenstof
Tip: kijk ook eens bij Houding Beginners en Houding Middengroep voor andere ideeën!
Ontspanning
Dieper zitten is niet altijd een kwestie van cursisten met geweld en veel pushen in een compactere houding brengen. Ontspanning kan soms een beter uitgangspunt zijn. Met een ontspannen voet kun je makkelijker met je knieën naar voren dan met een aangespannen voet (dit kun je (laten) testen). Voor het vasthouden van jouw schaatshouding wil je eigenlijk niet meer kracht gebruiken dan nodig is. Soms werkt het daarom om te laten zuchten dan om de tanden op elkaar te laten zetten.
Kracht
Kleinere hoeken moeten wel passen bij de kracht van de cursist. Vandaar dat ‘dieper’ zitten vaak een proces is waarbij de cursist geleidelijk went aan een andere houding en kracht leveren voor de afzet vanuit een andere hoek. Ook worden cursisten in een compactere houding vaak sneller moe. Je kunt daarom variëren in de lengte van de oefentijd.
Gekanteld bekken
Een bolle rug en een horizontaal bovenlichaam beginnen met een goed naar achteren gekanteld bekken. Hiervoor kun je verschillende metaforen gebruiken; een staart tussen je benen doortrekken, je navel intrekken, proberen iets te klemmen met je buik enz.
Gewicht achterop
Knieën naar voren duwen en schouders boven je tenen houden is niet voldoende voor de schaatshouding. Als je gewicht op je voorvoet / tenen leunt, gaat er een hoop mis in de beweging. Onder andere een lekkere balans, een goede zijwaartse afzet en insturen / druk opbouwen zijn afhankelijk van dit aspect. Laat de schaatsers hun heupen / billen dusdanig naar beneden zakken dat het gewicht op achterkant van de schaats / hielen / hakken leunt.
Voorbeeld van een rij-opdracht
Bekijk varianten van rij-opdrachten.
De schaatsers rijden in groepjes van drie of vier personen één of meerdere blokken van 3 of 4 ronden. De voorste rijdt in zijn eigen schaatsenhouding, met knieën boven de tenen en het gewicht achterop. De schaatsers daarachter zijn kleiner dan degene voor zich. Iedere ronde wordt in de bocht gewisseld van kop.
Aandachtspunten: Waar kun je op letten?
- Enkelhoek, Kniehoek, Heuphoek in verhouding
- Knieën boven of voor de tenen
- Knieën gebogen
- Bekken gekanteld / Bolle rug
- Schouders hangen ontspannen
- Schouders boven de knieën
- Hoofd hangt ontspannen (niet omhoog kijken / in de nek)