Plaatsing
Om druk te kunnen houden in de bocht, moeten de schaatsen rechts van het LZP geplaatst worden. Bovendien is het belangrijk dat de schouders, heup, knieen enkel op 1 lijn liggen. Plaatsing is vooral spelen met het durven hangen. Hoe meer snelheid hoe beter je je plaatsing kan doen. Je wilt met je plaatsing zorgen dat je gelijk druk hebt op je linker schaatst. Deze moet dus zo staan dat je zwaartepunt (navel) erover heen hangt. Maar je wilt je plaatsing niet te dicht bij je andere been hebt zodat je bijna geen tijd hebt om erover heen te stappen.
Bekijk het onderstaande filmpje over plaatsing in de bocht bij gevorderde schaatsers:
Wat wil je bereiken door te werken aan de houding in de bocht?
- Techniek van plaatsing tijdens de schaatsbeweging
- Analyseer de plaatsing van jouw cursisten in de bocht
Voorbeelden van oefenstof
Tip: kijk ook eens bij Plaatsing Beginners of Plaatsing Middengroep voor andere ideeën!
Smalle pasjes
Met vaart te durven hangen in de bocht. Sta op 1 been en hou je lijn in de bocht door druk.
Laat beginnen aan bocht
Langer door rijden op het rechte stuk en dus 1 a 2 slagen extra doen en dan de bocht “invallen”, met hoog ritme stap je door de bocht, ze hebben dan veel snelheid en “moeten”wel.
Knie boven teen
Plaatsing linkerbeen: Druk de knie boven de teen bij de plaatsing van het linkerbeen.
Overstappen
Rechts voorlangs/over links met gebogen knie neerzetten. Met de instructie van het plaatsen op ongeveer een halve schoenlengte van het rechtervoet.
Variatie buitenkant
Door met andere oefeningen dan plaatsing bezig te zijn, kun je de cursisten leren om op de buitenkant van de linkerschaats te plaatsen. Dit kan door remmen op een 1 been op de buitenkant. Dit kan ook door op het rechte stuk te slalommen op 1 been. Binnenkant, buitenkant, binnenkant, buitenkant etc.
Voorbeeld van een rij-opdracht
Bekijk varianten van rij-opdrachten.
Tijdens het rijden kun je oefenen om de schaatsen met de laten sturen met de bocht. Daarvoor moet links op de buitenkant staan en rechts op de binnenkant en moet je het gewicht op je hakken kunnen houden. Laat je schaatsers eens in groepjes rijden en elke stap in de bocht iets langer glijden.
Aandachtspunten: Waar kun je op letten?
- Linker schaats wijst de goede kant op.
- Linker schaats wordt te wijd geplaatst.
- De heupen en schouders komen aan de binnenkant van de schaatsen.
- Bij plaatsing wordt direct het hele gewicht op de schaats gezet.
- De schaatser plaatst op de binnenkant, maar krijgt hem tijdens het glijden naar de buitenkant.
- De schaats schuift weg (rechtop, gewicht niet op de hak).