Week 7

Een mogelijke opbouw van lessen

 

(altijd mogelijk aan te passen aan je groep)

    1. Veel aandacht aan balans, stabiliteit
    2. Vanuit balans naar ritme, remmen
    3. Vanuit balans en ritme naar timing(vanaf 7-8)
    4. Vanuit balans en ritme naar timing naar houding
    5. Vanuit houding naar ritme
    6. Vanuit ritme naar balans en houding(5-6) en vanuit ritme naar balans/stabiliteit bocht (7-8 en verder).
    7. Frequentie en ritme(5-6) en vanuit frequentie en ritme naar balans/stabiliteit bocht (7-8 en verder).

 

Les 7 De volgende opdrachten kun je terug laten komen uit de les van vorige week. Voeg daaromheen opdrachten toe die wisselen met de frequentie van de bewegingen.

 

Week 7 5-6 Frequentie en ritme
Tijd opdracht variatie oefenvorm
3 Om de pionnenbaan steeds 5 keer per opdracht.

  • schaatsen met elkaar op het ritme van een liedje. Probeer in de maat te schaatsen.
  • Wissel af met verschillende tempo’s in het leidje.
  • Maak er een stop in(freeze met handen op de knieen).
Om een klein pionnenbaantje.

  • Elke variantie weer 5 rondjes
  • Wat doe je als je valt
  • je mag inhalen
  • beweeg je tussen de kinderen in. Liefst ook zoals zij dat doen.
  • Schaats met ze mee, stimuleer en voel aan wanneer het genoeg is.
6 Eventueel een grote ronde met steeds korte stukjes schaatsen. tot de hele groep weer bij elkaar is.
  • Stukjes schaatsen met een liedje of een 1-2 ritme samen zingen of uitspreken.
  • Laat weten(wijs aan) tot waar er geschaatst wordt en zorg steeds dat jij daar als eerste bent.
  • Let vooral op de minder goede schaatsers
  • Vertel wat je allemaal ziet en over de regels op de grote baan.
  • Neem er de tijd voor.
Op tijd terug naar de ouders en daar kletsen/informatie geven

 

Week 7 7-8 Vanuit frequentie en ritme naar balans/stabiliteit bocht 
Tijd opdracht variatie oefenvorm
3

Herhaal

Rondje om de pionnenbaan 5x. 

Bij begin en einde pionnenbaan remmen, zijwaarts overstappen en weer zo snel/hard mogelijk wegschaatsen.

  • 5 x rondje met remmen. Zijwaarts andersom. Stap, stap, stap en weg
  • Zelf iets bedenken met overstappen en wegrijden.
Om een grote pionnenbaan.

  • Wat doe je als je valt
  • je mag inhalen
  • beweeg je tussen de kinderen in
  • Schaats met ze mee, stimuleer en voel aan wanneer het genoeg is. Stimuleer ze om door te schaatsen
Korte pauze. Namen weer herhalen, leer de kinderen kennen. Liefst even van het ijs.
5 Op de plaats in ritme overstappen oefenen.

Links-rechts-onderdoor-overheen. Steeds in hetzelfde doorgaande ritme zonder haperingen.

  • Als hele groep zijwaarts verplaatsen.
  • Ook rechtsaf(en overstappen)
Op een afgesloten stukje ijs.
6 Rondje 5x om de pionnenbaan met overstappen linksom en rechtsom. Steeds 5x rondje 

  • In ritme vanuit frequentie en ritme naar balans/stabiliteit bocht links-rechts-onderdoor-overheen.
  • Terwijl je klein blijft.
  • Met handen bij de buitenkant v/d knieen.
Om een lange  pionnenbaan.

  • Wat doe je als je valt
  • je mag inhalen
Op tijd terug naar de ouders en daar kletsen/informatie geven

 

Week 7 9-11 Vanuit frequentie en ritme naar balans/stabiliteit bocht
Tijd opdracht variatie oefenvorm
3 Op een rijtje aan de kant v/d baan in ritme overstappen oefenen.

Links-rechts-onderdoor-overheen. Steeds in hetzelfde doorgaande ritme zonder haperingen.

  • Als hele groep zijwaarts verplaatsen.
  • Ook rechtsaf(en overstappen)
  • Weer als de Snollebllekes
  • Aan de buitenkant van je pionnenbaan. 
  • Iedereen genoeg ruimte dus breed over de baan.
4 Eventueel een grote ronde met steeds korte stukjes schaatsen. tot de hele groep weer bij elkaar is.
  • In de bocht: links, rechts, onder en eroverheen. 
  • Houd het ritme aan. Geen vertragingen.
Laat weten(wijs aan) tot waar er geschaatst wordt en zorg steeds dat jij daar als eerste bent.

Let vooral op de minder goede schaatsers

  • Laat de goede schaatsers nog een rondje extra doen.
Korte pauze. Namen weer herhalen, leer de kinderen kennen.
Op tijd terug naar de ouders en daar kletsen/informatie geven

 

Week 7 12+
Tijd opdracht variatie oefenvorm
1

Na indelen

Kies opdrachten uit 9-11 die passen bij je groep en wissel dat af met opdrachten uit de lessen voor de volwassenen.