onze jong pubers 12+
Wie zijn je cursisten
Hoe ouder kinderen worden hoe meer ze zichzelf zien als volwassenen. Binnen deze leeftijdscategorie moet de instructeur soms moeilijke keuzes maken. Kinderen van 12+ voelen zich al ‘echte’ volwassenen. Zo willen ze dan ook behandeld worden in de les maar zijn daarin lang niet altijd consequent. Soms willen ze even niet, lekker hangen. In hoeverre blijf je dan bij een ‘kinderles’ en hoe ver ga je naar een ‘volwassen-les’ toe. Dit hangt af van de kinderen uit de groep.
De grootste verschillen in ontwikkeling vind je binnen deze leeftijdsgroep. Een ‘wij-gevoel’ mét de instructeur is erg belangrijk.
Waar moet je op letten bij lesgeven aan 12+
- Coördinatieproblemen door groeispurt
- Aandacht voor de techniek
- Uitdaging
- Verschil in competitief gedrag
- Samenwerken
Algemene kenmerken
- Door groeispurt motoriek soms even kwijt
- Verschil tussen jongens en meisjes
- Kliek-vorming
- Denkvermogen van een volwassene
- Wil voor vol aangezien worden
Biologische ontwikkeling
- De ontwikkeling in deze fase is vooral van seksuele aard, menstruatie, baard in de keel er ontstaat hierdoor grote verschil tussen jongens en meisjes. Meisjes ontwikkelen zich vaak wat sneller dan jongens.
- In deze leeftijd is er vaak een groeispurt waardoor de verschillen in grote en sterkte binnen deze groep erg kunnen verschillen.
- De groeispurt heeft soms ook tot gevolg dat het kind zijn beheersing in de motoriek even kwijt is, hij/zij is lang en slungelig en schaamt zich voor zijn lichaam.
Cognitieve ontwikkeling
- Dit is de laatste fase in de intellectuele ontwikkeling voor de volwassenheid, het kind kan denken in symbolische eigenschappen, hypothesen, wetenschappelijke redeneringen, algemene wetten en logische consequenties, met deze groep kun je dus echt technisch te werk gaan.
Sociale ontwikkeling
- De leeftijdsgenoten zijn erg belangrijk voor onder andere hulp, erbij horen, populair zijn en er is een grote behoefte aan intieme vriendschappen.
- kliekvorming met leeftijdsgenoten komt vaak voor.
- Interesse voor sociale omgang met en waardering van het andere geslacht.
Wat is jouw rol als instructeur?
Voor deze groep heb je weer een wat andere rol dan voor een groep 9-11 jarigen. Het is vaak balanceren tussen gezellig in de groep staan en er buiten staan en duidelijkheid geven. Samen meedoen, mee schaatsen, wordt gewaardeerd. Je bent dan een van de groep. Maar aan de andere kant zorgen voor actie, differentiatie, iedereen er bij houden hoort ook bij je rol. Doe mee maar houd ook iets afstand. Wissel tussen je rol mals verstandige volwassene en enthousiaste beweger. Leer de kinderen kennen. Gekend worden is belangrijk voor ze.
- Houdt het leuk
- Laat ze veel gevarieerd bewegen
- Luister naar hun verhalen
- Laat ze meedenken
- Houd rekening met degenen die minder durven.
Welke vormen gebruik je waar op de baan
Heb je een groep waarvan iedereen gemakkelijk 2 grote ronden kan schaatsen, dan is je basis opdrachten op de grote baan.
Kan niet iedereen 2 ronden goed volhouden, pak dan toch maar een pylonenbaan als uitgangspunt. Altijd belangrijk is dat je organisatie zo is dat ze gelijktijdig bewegen en gelijktijdig even rusten/luisteren. Vanuit je pylonenbaan geef je ook opdrachten voor de gehele baan. Wissel dat zo af dat de snelleren en de minder snellen je opdrachten ook echt proberen en niet alleen die ronde dan maar uitschaatsen.
Alleen opdrachten op de grote baan kunnen gaan vervelen. Gebruik ook gerust een pylonenbaan voor start, rem en behendigheids opdrachten. Juist die afwisseling werkt.
De 12+ worden al bij grote indeling gescheiden van de andere kinderen. Zij verzamelen vaak op een plek die net wat verder van de grote verzamelplek is. Neem altijd de mindere schaatsers mee naar de verzamelplek(deze kan heel ver zijn voor mindere schaatsers). Alle kinderen schaatsen om een pylonenbaan en de instructeurs delen op basis van snelheid en vaardigheden de kinderen in de verschillende groepen. Alle kinderen krijgen een lintje die correspondeert met de groep/instructeur. Alle kinderen blijven net zo lang schaatsen totdat iedereen een lintje heeft. Vervolgens roepen de verschillende instructeurs de kinderen bij zich en gaan ze naar een eigen plekje op de baan wat vervolgens de vaste verzamelplek wordt.
Valkuilen
Een valkuil bij deze groep is dat jij veel wilt, veel schaatsen, trainen, maar de groep daar geen inbreng in heeft. Een deel van deze groep moet echt verleid worden tot veel bewegen. Helderheid en variatie werken goed naast het goed luisteren, leren kennen van de individuele kinderen. Doe niet zomaar spelletjes met andere groepen, maar zorg dat ze elkaar leren kennen en vertrouwen. Gebruik bij spelvormen wisselende groepjes
Hoe kun je het aanleren van de schaatsbeweging benaderen
- Hoe je deze groep moet benaderen komt enorm overeen met de benadering van de 9-11 jarigen. Met in je achterhoofd dat het ook al jong volwassenen zijn die je ook op die manier kunt benaderen.
Wat kun je van deze groep verwachten
- Dit kan een groep zijn met veel verschillen in ontwikkeling op allerlei vlak,
- Kinderen kunnen door lengtegroei wat problemen krijgen met de coördinatie en zijn soms minder belastbaar (knieën),
- Het denkniveau is bijna gelijk aan een volwassene zodat je gerust een technische uitleg kan geven,
- Willen voor vol aangezien worden maar zijn vaak nog niet in staat om net zo zelfstandig te werken als volwassenen,
- Houd rekening met de onzekerheid van het kind wat op deze leeftijd de kop kan opsteken,
- ‘Wij- gevoel’ met de instructeur is belangrijk,
- Het verschil in competitief gedrag kan heel groot zijn. Dit betekent dat je in elke groep weer opnieuw moet afwegen of je wel of geen wedstrijdjes wil gaan doen; of bijvoorbeeld slechts met een deel van de groep.