9-11 jarigen
Hoe kun je het aanleren van de schaatsbeweging benaderen
- De punten m.b.t. het lesgeven van de vorige leeftijdscategorien gelden ook voor deze leeftijd met in het achterhoofd dat deze groep neigt naar gedrag van 12 jaar en ouder, niet te kinderachtig dus.
- De grove motoriek kan verfijnd worden,
- Je kan meer over de techniek gaan vertellen, ‘waarom’ vragen stellen zodat je ‘probleemoplossend’ kunt laten leren,
- Nog steeds spelenderwijs aanleren maar moet natuurlijk uitdagend blijven
- Samenwerken, b.v. oefeningen met z’n tweeën laten doen,
- Competitie element is prima maar met een speels karakter, er mogen geen afvallers komen, je kan hier als instructeur zelf een beetje de hand inhouden,
- De kinderen zijn gevoelig voor het ‘wij-gevoel’,
- Probleemoplossend leren.
Wat kun je van deze groep verwachten
- Voortbouwen op de voorgaande doelen,
- In treintje kunnen schaatsen met groepsgenoten,
- Bewustwording van de schaatsbeweging,
- ‘Pootje over’ op de grote baan,
- Proberen om schaatsen als een echte hobby verder te laten ontwikkelen,
- Baanregels m.b.t. veiligheid extra nadruk geven.
Biologische ontwikkeling
- Jongens zijn vaak wat zwaarder en meisjes langer.
- Betere spierbeheersing en fijne motoriek, ontwikkeling van evenwicht, ritmegevoel en reactievermogen. Kind kan beter op een been glijden en leert b.v. door te schaatsen op woorden te spelen met het ritme gevoel.
- Ontwikkelt het aëroob vermogen, kan steeds langer achter elkaar schaatsen zonder heel moe te worden.
Cognitieve ontwikkeling
- Op het gebied van kennis maakt het kind in deze leeftijd een enorme sprong, de school speelt een hele belangrijke rol in de kennis- en cultuuroverdracht. Op de ijsbaan voegen wij een stukje toe aan deze overdracht, waar wordt ijs van gemaakt enz.
- De wereld wordt veel groter, kinderen weten ook dat er andere landen bestaan en andere talen enz. Maar je kan ze langzamerhand ook wat meer technische aanwijzingen geven, ze kunnen bijvoorbeeld begrijpen waarom je met een bolle rug moet schaatsen en niet met een holle rug.
- Het kind in deze leeftijd heeft snelle variaties in aandacht en interesse, vaak erg leergierig, de les moet dus uitdagend en met veel variaties zijn.
Sociale ontwikkeling
- Ook de sociale omgeving wordt vergroot, oog voor anderen en andere onbekende situaties.
- Gebruikt taal nu om met anderen te communiceren, er wordt geluisterd en geantwoord op wat door anderen zeggen.
- De leeftijdgenoten zijn erg belangrijk, het ‘wij-gevoel’ begint een rol te spelen, wij tegen de anderen bijvoorbeeld een estafette.
- Leert dat het door leeftijdgenoten alleen geaccepteerd wordt als het wat te bieden heeft, dit in tegenstelling met wat het gewend is bij de acceptatie door de ouders die onvoorwaardelijk voor hun kind kiezen.