Gevorderde jeugd

Waarom doe je wat je doet? Hoe ver is mijn groep? Waar zijn ze deze week aan toe? Het zijn simpele, maar belangrijke vragen. Om te bepalen welk deel van de techniek je gaat behandelen zul je jouw eigen cursist(en) als uitgangssituatie moeten nemen. Hieronder staat een aantal vragen ter ondersteuning van het analyseren van jouw groep en het maken van een keuze.
Het kan gaan over de schaatsbeweging op HET RECHTE EIND (hier direct onder) of in DE BOCHT (onder het rechte eind)

HET RECHTE EIND : Wat zie je gebeuren bij jouw groep?

Zijn mijn cursisten in staat om hun gewicht te verplaatsen van het ene op het andere been?

Zijn mijn cursisten in staat om te glijden op één been met hun knie boven hun tenen?

Zetten mijn cursisten haaks af op hun schaats en zijn ze in staat om hun “nieuwe” schaats stabiel en vol overtuiging neer te zetten?

Buigen mijn cursisten hun knie na de afzet en weten ze hun bovenbeen te ontspannen?

Zijn mijn cursisten in staat om te hangen tegen hun schaats, druk op te bouwen en in te sturen?

De schaats heeft, zodra hij het ijs raakt, een bepaalde route. Hieronder zie je in stappen uitgelegd hoe die route is en wat er gebeurd op ieder moment. Oftewel: Hoe is de timing van het schaatsen optimaal?

 

Wat doe je als je deze 5 stappen hebt doorlopen?

In het proces van het aanleren van de schaatsbeweging worden telkens terugkerende thema’s en stappen op een steeds hoger niveau behandeld. De wijze waarop de thema’s worden aangeboden heeft hiermee de vorm van een spiraal. Dat wil zeggen, als je deze 5 stappen hebt doorlopen ga je kijken welke stap nog wat extra aandacht nodig heeft. Zo blijf je continue sleutelen aan de techniek, steeds op een hoger niveau. Met behulp van de ‘leerspiraal‘ wordt de schaatsbeweging steeds verder verbeterd. Hierbij wordt altijd uitgegaan van de totale beweging.

Opwaartse leerspiraal

Soms zul je zelfs merken dat je bezig bent met een bepaald onderdeel, maar dat er bij een eerder behandeld onderdeel iets mis gaat. In dat geval kan het verstandig zijn om eerst weer aandacht te besteden aan een element dat je eerder hebt behandeld, omdat die aan de basis ligt van een ander deel schaatstechniek. Een stapje terug doen is helemaal niet erg! Sterker nog, het is beter dan iets willen doen waar je cursisten nog (lang) niet aan toe zijn!

DE BOCHT

Lukt het jouw cursisten om hun knieën te buigen tijdens het glijden en heb je plezier voor de bocht gecreëerd?

Zijn jouw cursisten in staat om (zelfstandig) een overstap te maken?

Lukt het jouw cursisten om hun linkerschaats op de buitenkant te plaatsen?

Kunnen jouw cursisten hun heup de bocht in drukken?

Zijn jouw cursisten in staat om haaks op hun schaatsen af te zetten in de bocht?

Zijn jouw cursisten in staat om hun schaats mee te laten sturen in de bocht?

Wat als je alle stappen hebt doorlopen?

In het proces van het aanleren van de schaatsbeweging worden telkens terugkerende thema’s en stappen op een steeds hoger niveau behandeld. De wijze waarop de thema’s worden aangeboden heeft hiermee de vorm van een spiraal. Dat wil zeggen, als je deze 5 stappen hebt doorlopen ga je kijken welke stap nog wat extra aandacht nodig heeft. Zo blijf je continue sleutelen aan de techniek, steeds op een hoger niveau. Met behulp van de ‘leerspiraal‘ wordt de schaatsbeweging steeds verder verbeterd. Hierbij wordt altijd uitgegaan van de totale beweging.

Opwaartse leerspiraal

Soms zul je zelfs merken dat je bezig bent met een bepaald onderdeel, maar dat er bij een eerder behandeld onderdeel iets mis gaat. In dat geval kan het verstandig zijn om eerst weer aandacht te besteden aan een element dat je eerder hebt behandeld, omdat die aan de basis ligt van een ander deel schaatstechniek. Een stapje terug doen is helemaal niet erg! Sterker nog, het is beter dan iets willen doen waar je cursisten nog (lang) niet aan toe zijn!