Beginnende jeugd
- Leeftijd 5 t/m 8 , maar ook beginnende 9+
- Schaatsen is nieuw, nog niet vaak geschaatst
- Technisch: zonder enige basis tot gemiddelde vaardigheden
Waarom doe je wat je doet? Hoe ver is mijn groep? Waar zijn ze deze week aan toe? Het zijn simpele, maar belangrijke vragen. Om te bepalen welk deel van de techniek je gaat behandelen zul je jouw eigen cursist(en) als uitgangssituatie moeten nemen. Hieronder staat een aantal vragen ter ondersteuning van het analyseren van jouw groep en het maken van een keuze.
Wat zie je gebeuren bij jouw groep?
Zijn de kinderen in staat om zelfstandig te gaan zitten en op te staan en zijn ze vertrouwd met met ijs?
- Waarom schaatsen begint bij zitten en opstaan?
- Als kinderen voor het eerst het ijs op stappen, dan is dat een nieuwe omgeving voor ze. Ze zijn gewend aan een ondergrond, waarop ze prima kunnen blijven staan en makkelijk kunnen bewegen of van richting kunnen veranderen zonder te glibberen en glijen. Wanneer kinderen nog niet doorhebben hoe de ondergrond “ijs” werkt, is het heel lastig om ze technische oefeningen aan te leren. Zorg ervoor dat de kinderen vertrouwd raken met het ijs en dat de kinderen ijs zien als een leuke speelplek!
- Wat zijn de voorwaarden om op te kunnen staan en te gaan zitten / vertrouwd te zijn met het ijs?
- Het besef bij kinderen dat ijs glad is.
- Het besef bij kinderen dat glijden met je billen leuk is en dat “vallen” (noem het glijden) op je billen geen pijn doet
- Welke delen van de techniek kunnen ter sprake komen?
- Opstaan
- Glijden op de billen
- Wat zijn voorkomende problemen?
- Kinderen vinden het eng en raken soms geblokkeerd
- Wat zou een vervolgstap kunnen zijn?
- Stappen en glijden op twee benen (gewichtsverplaatsing)
- Remmen
Kunnen de kinderen stappen en glijden op twee benen en vervolgens weer remmen?
- Als de kinderen vertrouwd zijn geraakt met het ijs, kun je beginnen met het aanleren van de techniek.
- De eerstvolgende stap is ervoor zorgen dat je kinderen vooruit kunnen bewegen op het ijs. En wie vooruit komt, zal ook weer moeten kunnen stoppen. Daarom gaat deze stap gepaard met het oefenen van remmen.
- Wat zijn de voorwaarden om dit te kunnen doen?
- Vertrouwd zijn met het ijs
- Durven te blijven staan
- Welke delen van de techniek kunnen ter sprake komen?
- Het maken van de eerste stapjes (pinguin / olifant etc)
- Glijden met twee voeten naast elkaar
- Glijden met billen omlaag
- Remmen (pizzapunt)
- Wat zijn voorkomende problemen?
- Kinderen schrikken als ze toch onverwachts vallen
- Wat zou een vervolgstap kunnen zijn?
- Klein maken
- Voeten optillen
- Knie buigen
Kunnen de kinderen zich klein maken, hun voeten optillen en hun knieën buigen?
- Als de kinderen vooruit komen en ook in staat zijn weer te kunnen stoppen, zijn ze er klaar voor om verder te schaven aan hun schaatstechniek.
- We kunnen daarom gaan werken aan onder andere de houding van het lichaam tijdens de schaatsbeweging.
- Wat zijn de voorwaarden om dit te kunnen doen?
- De eerste controle over de schaatsen
- Geen angst maar lol
- In staat zijn om te remmen / stoppen als de controle even weg is
- Welke delen van de techniek kunnen ter sprake komen?
- Houding (billen zakken, bovenlichaam bol, klein maken etc)
- Na de stappen de voeten optillen en knie buigen (bijhaal)
- Variatie tussen lange en korte passen / slagen
- Wat zijn voorkomende fouten?
- Neus naar het ijs, billen blijven hoog en benen blijven gestrekt
- Wat zou een vervolgstap kunnen zijn?
- Glijden op één been
- Tijdens het glijden de knie boven de teen houden
- Bijhaalbeen ontspannen laten hangen
Kunnen de kinderen glijden op één been met hun knie boven teen?
- Als het glijden op twee benen helemaal goed gaat, kunnen we aan de gang gaan om telkens op slechts één been te glijden.
- Zodra de slag is afgerond op het linkerbeen, ga je direct over op het rechterbeen en andersom. Wanneer dat goed gaat, kunnen we gaan werken aan de houding van de kinderen tijdens het glijden op één been. Daarbij wil je vooral dat de knie gebogen is en boven of zelfs vóór de teen is tijdens het glijden.
- Wat zijn de voorwaarden om dit te kunnen doen?
- Controle over beide schaatsen
- Kunnen glijden op twee benen
- De goede schaatshouding kunnen aannemen op twee benen
- Welke delen van de techniek kunnen ter sprake komen?
- Afzetten van het ene naar het andere been
- Plaatsen / neerzetten van de “nieuwe” schaats
- Glijden in balans op één been
- Wat zijn voorkomende fouten?
- Er is een moment waarbij het gewicht verdeeld is over twee benen (ook wel steppen genoemd)
- Het been strekt zodra de schaats op het ijs is gekomen
- Wat zou een vervolgstap kunnen zijn?
- Haaks op de schaats afzetten
- Stabiel en zeker plaatsen
Kunnen de kinderen haaks op de schaats afzetten en plaatsen zij met zekerheid en stabiliteit?
- Als het glijden op twee benen helemaal goed gaat, kunnen we aan de gang gaan om telkens op slechts één been te glijden.
- Zodra de slag is afgerond op het linkerbeen, ga je direct over op het rechterbeen en andersom. Wanneer dat goed gaat, kunnen we gaan werken aan de houding van de kinderen tijdens het glijden op één been. Daarbij wil je vooral dat de knie gebogen is en boven of zelfs vóór de teen is tijdens het glijden.
- Wat zijn de voorwaarden om dit te kunnen doen?
- Controle over beide schaatsen
- Kunnen glijden op twee benen
- De goede schaatshouding kunnen aannemen op twee benen
- Welke delen van de techniek kunnen ter sprake komen?
- Afzetten van het ene naar het andere been
- Snelheid maken door goed haaks op de schaats af te zetten
- Plaatsen / neerzetten van de “nieuwe” schaats
- Glijden in balans op één been
- Wat zijn voorkomende fouten?
- Er is een moment waarbij het gewicht verdeeld is over twee benen (ook wel steppen genoemd)
- Het been strekt zodra de schaats op het ijs is gekomen
- Wat zou een vervolgstap kunnen zijn?
- Pootje over
- Insturen / gebruik maken van druk
Hebben de kinderen genoeg basis om met pootje over te beginnen?
- Ook kinderen die nog niet zo ervaren zijn, zien andere kinderen, volwassenen en de professionals pootje over doen.
- Ook zij zouden het heel stoer vinden om dat te kunnen en willen dat graag leren. Wanneer je kinderen op één been kunnen staan / glijden en genoeg controle hebben over hun schaatsen kun je al beginnen om dit aan te leren. Het is niet noodzakelijk om de techniek van het rechte eind tot in perfectie onder de knie te hebben om hier mee te beginnen. Echter zijn er wel bepaalde vaardigheden vereist.
- Wat zijn de voorwaarden om dit te kunnen doen?
- Kind is ijsvrij en niet bang om te vallen
- Kind kan zijn voeten hoog optillen en dus op één schaats staan / glijden
- Welke delen van de techniek kunnen ter sprake komen?
- Voor een uitgebreide analyse van pootje over verwijzen we naar het stappenplan bocht voor gevorderde jeugd.
- Wat zou een vervolgstap kunnen zijn?
- Insturen en gebruik maken van druk
Zijn de kinderen in staat om in te sturen en gebruik te maken van druk?
Situatie
- Zodra een kind in staat is om stabiel op een been te glijden en ruimte kan maken om te hangen door de knie te buigen, kan je aan de slag gaan met het opbouwen van druk.
- Door druk tegen de schaats gaat je schaats sturen. Door deze druk tegen de schaats en het insturen zal de schaatser makkelijker snelheid houden.
- Welke delen van de techniek kunnen ter sprake komen?
- Hangen tegen de schaats / Zwaar maken tegen het ijs
- Insturen
- Bovenlichaam / Schouders stil houden
- Wat zijn de voorwaarden om dit te kunnen?
- Stabiel glijden met het volledige gewicht op één been
- Knie boven de tenen kunnen houden tijdens het glijden
- Ruimte maken om te hangen door knie te buigen na de afzet
- Wat zijn voorkomende fouten?
- Niet compact kunnen houden van het lichaam
- Bovenlichaam / schouders stil houden
- Welke extra informatie kun je geven tijdens deze stap?
- Visualisatie:
- De schaats heeft, zodra hij het ijs raakt, een bepaalde route. Hieronder zie je in stappen uitgelegd hoe die route is en wat er gebeurd op ieder moment. Oftewel: Hoe is de timing van het schaatsen optimaal?
Wat doe je als je deze 7 stappen hebt doorlopen?
In het proces van het aanleren van de schaatsbeweging worden telkens terugkerende thema’s en stappen op een steeds hoger niveau behandeld. De wijze waarop de thema’s worden aangeboden heeft hiermee de vorm van een spiraal. Dat wil zeggen, als je deze 5 stappen hebt doorlopen ga je kijken welke stap nog wat extra aandacht nodig heeft. Zo blijf je continue sleutelen aan de techniek, steeds op een hoger niveau. Met behulp van de ‘leerspiraal‘ wordt de schaatsbeweging steeds verder verbeterd. Hierbij wordt altijd uitgegaan van de totale beweging.
Opwaartse leerspiraal